Vanavond les 6 van de cursus Klein Vaarbewijs bij de WCN. Die is gratis voor leden. Alle stof voor Vaarbewijs 1 is in de eerste vier hoofdstukken behandeld en we zijn bezig met de stof voor vaarbewijs 2. Samen wordt dit het Klein Vaarbewijs en is ook meteen het International Certificate of Competence (ICC) inland and coastal waters. De tweede helft van hoofdstuk 6 behandelt wat uitgebreider meteorologie. En hoofdstuk 7; het getij. Als je op groter water wil varen, moet je hier vanaf weten. Zeker als dat water ook nog stroomt. Dat is het verschil tussen een mooie vaartocht of eindeloos onderweg zijn met tegenvallend weer.
Een schipper die alle tijd heeft, vaart nooit met slecht weer. Maar wat doe je als je als je er tijdsdruk op je vaarschema zit? Je tocht beter voorbereiden! Dan kom je niet in de problemen. Dat vaart wel zo fijn. Alles aangevuld met handige tips voor onderweg en handige ezelsbruggetjes voor het vaarbewijsexamen.
Dat tochtje van Harlingen naar Kornwerderzand is geen probleem. Het water is diep genoeg en het duurt niet lang. Onderweg blijkt dat het water niet naar Terschelling wegstroomt, maar naar Texel. Hoe kan dat nou? Dan duurt het ineens veel langer. Halen we het wel?
Je ziet het om je heen gebeuren. Pleziervaartjachten die niet gehinderd door enige kennis van zaken hun ‘ervaring onderweg wel opdoen’. Dat gaat ook wel eens niet goed. De reddingsdienst had het veel te druk en heeft de verantwoordelijkheid voor een groot deel teruggeduwd naar de schipper. Geen probleem meer na vanavond.