Hoe een orgel op het randje toch op zijn pootjes terechtkwam.
Het is het eerste weekend in juni. Er staat iets spannends en nieuws op ons programma. Al jaren kijken we hier naar uit: op eigen kiel het wad op om droog te vallen!
Maar eerst even een stukje terug in de tijd. In 2012 kochten we vol (over)moed een zeeschouw. Die restaureer ik wel even, dacht ik toen, dan kunnen we heerlijk naar de Waddenzee…Inmiddels 10 jaar verder, ouder en hopelijk wat wijzer geworden is het inzicht ingedaald dat een zeker gezegde over het kopen van een boot meer waarheid in zich draagt dan ons lief is….
Vrouwlief heeft de moed al lang opgegeven, ik probeer tegen beter weten in hoop te houden. Eind 2022 gaan we uiteindelijk toch maar overstag. We kopen iets van plastic i.p.v. staal, een inboardmotor die het doet en geen eikenhouten zwaarden maar een kiel. Twee kielen in dit geval, de droom van het wad heeft gelukkig wel standgehouden. Het wordt een Westerly Centaur. Een WCN-lidmaatschap met gelijkgezinden hoort er natuurlijk bij. Het eerste weekend van juni, we haasten ons vrijdagmiddag in de auto naar Friesland. Onze zoon Diede gaat mee, dus we hebben gelukkig extra handjes en zeilervaring en hij heeft net zijn rijbewijs dus mag kilometers maken. Eerder, tussen Hemelvaart en Pinksteren, hebben wij (Femke en Eelco) met z’n 2tjes vanuit Eemnes tegen de koude en harde noordenwind op ons omhoog geploeterd richting Friesland. We dachten dat doen we wel even…. maar dat viel best tegen. Wel vertrouwen gekregen in onze Twirre. Die krijgen wij, of de golven, met geen mogelijkheid om is de ervaring bij windkracht 6-7 op het IJsselmeer. We eindigen onze vakantie uiteindelijk in Workum. Een tip van Fred. We hebben contact met hem gezocht om ons aan te melden voor het weekend droogvallen op het wad wat hij organiseert. Terugvaren naar Eemnes om vervolgens de volgende vrijdag weer bij Kornwerderzand te zijn is ondoenlijk.
De juiste keuze. Het is vrijdagavond om 20:00 uur verzamelen aan de Waddenkant van Kornwerderzand. Er staat een straffe noord-noordooster, het wordt motoren vanuit Workum naar de sluis. We leggen met 4 Westerly’s (2× Centaur, 1x Pentland en 1x Griffon) bij schemering aan tegen het remmingwerk na geschut te zijn van zoet naar zout. Het is alle fenders en lange lijnen verzamelen. De deining vanaf de Waddenzee staat op het remmingwerk. We leggen ons zo goed mogelijk vast want we blijven hier slapen. Verder het wad op gaan, wat eerst het plan was, is nu niet verantwoord. Bij admiraal Fred aan boord een ankerbiertje en palaver. Voor het eerst maken we kennis met “het orgel”, maar daarover later meer. Nu maar eerst al klotsend een oogje dichtdoen aan het remmingwerk waar we eigenlijk niet mogen blijven liggen….
De ochtendstond heeft goud in de mond. De wind is in de nacht wat gaan liggen. Het is vroeg op. Gauw ons scheepshondje Dabber uitlaten, een krentenbol, kopje thee en dan de zeilen hijsen. Persoonlijk zijn we niet zo van het vroege, maar het getij bepaalt hier de dag. We moeten met hoogwater over een ondiepte heen, anders wordt het heel erg omvaren. De koers wordt de Richel. Een zandplaat tussen Vlieland en Terschelling. We laten ons leiden door het rekenwerk van Fred. Hoogwater, doodtij, op- en afwaai, stroming, het juiste moment van vastvaren. Later moeten we maar eens gaan bestuderen hoe dat allemaal moet. Eerst de vloot maar eens bij zien te houden. We merken dat onze fok duidelijk kleiner is dan wat de rest op heeft staan. Bij het inspecteren van de boot tijdens de koop wel wat zeilzakken zien liggen maar er nog niet goed in gekeken wat er precies inzit. Nou ja, af en toe maar even het motortje erbij om ze bij te houden. Wat een ervaring, prachtig weer, rustige zee, geultjes volgen en hopen op een glimp van een zeehond of bruinvis. Zelfs de sjaal, muts en zeilbroek kan uit! Daar konden we vorige week alleen nog maar over dromen.
Het is de bedoeling ongeveer een uur na hoog water bij de richel aan te komen om ons daar aan de lijzijde van de zandplaat vast te varen. Onder deskundige leiding van flottielje admiraal Fred gaat alles voorspoedig. We scharrelen wat over de ondiepte bij de richel tot we niet meer verder kunnen. Met de motor zachtjes in het werk houden we onze scheepjes zoveel mogelijk met de neus in de wind. Binnen 10 minuten kan de motor uit, we liggen muurvast. Gestaag zien we het water zakken onder het genot van een kopje koffie en een broodje. Al snel kan de zwemtrap uit. Met nog kniehoog water onze eerste stapjes op het wad. Wat treffen we straks aan? In goed vertrouwen hebben we Twirre overgenomen zonder inspectie van het onderwaterschip. Wat krijgen we te zien? Al snel de schrobber in de hand. Deze gelegenheid voor een goede knip en scheerbeurt kunnen we niet aan ons voorbij laten gaan. Na grondige inspectie kunnen we gerust zijn, geen kat in de zak. Er staat een stevig scheepje trots op 2 pootjes op het wad! Een fotootje naar de vorige eigenaar geeft een enthousiast berichtje terug. Ze zijn blij dat we zo van Twirre genieten. Met hem zijn ze nooit zo ver gekomen.
Diede verzameld kokkels en oesters, we maken wandelingen over het wad, Dabber is in zijn nopjes. Alleen het water valt hem wat tegen. Heerlijk om in te zwemmen maar er van drinken…. Wat een rijkdom, met je eigen scheepje komen waar anderen niet kunnen komen! Alleen de bruine vloot ligt hier en daar bij ons in de buurt maar verder geen scherp jacht te bekennen. De wereld voor ons alleen! Eén met de beweging van het tij en het zeeleven om ons heen. Daar moet op gedronken worden. De wadbar wordt klaargemaakt. Stoeltjes, een tafel en allerlei versnaperingen verschijnen op het wad. De WCN wadborrel wordt geopend. Het orgel is er ook bij. Fred vraagt aan ieder welke toon ze willen horen, proeven is misschien een beter woord. Voor elke toon heeft hij namelijk een andere smaak. Dit orgel moet met beleid bespeeld worden leren we van hem. Een orgelconcert van Bach gaat je bij dit orgel namelijk niet in de koude kleren zitten. Na het eerste couplet ben je al onder zeil…
Gelukkig komt het niet zo ver. Het water is sneller dan we denken. Het raakt al aan de zitting van ons stoeltje, de bar wordt gesloten en de laatste pinda’s en stukjes worst snel achterovergeslagen. Terug naar onze scheepjes! Zo snel het water komt, zo lang het duurt voordat we weer water onder de kiel hebben. De getijdenbeweging volgt geen lineaire lijn maar een sinuslijn in de tijd. Eerst gaat het hard maar hoger op de berg (of dieper in het dal) gaat het langzamer. Als de kleinere scheepjes los zijn ligt het schip van Fred met het orgel aan boord nog zo vast als een huis. Geduldig wachten we op hem tot Neptunus ook hem het ruime sop weer gunt. Het is inmiddels einde middag/ begin avond. Er wordt koers gezet naar een plekje om de nacht door te brengen. Het wordt goede ankergrond onder Vlieland ter hoogte van het kleine rode vuurtorentje.
Onderweg hebben we nog een drempeltje te nemen waar Fred wederom vast loopt. Zo zie je maar, 20 cm dieper steken kan op het wad betekenen dat je niet verder kunt, terwijl de andere rustig voortdobberen. Plan je het goed dan maakt de tijd het uiteindelijk op het wad toch altijd weer goed. Plan je het niet goed, dan kan het lang duren….Ook hij komt uiteindelijk over de ondiepte heen. Er wordt bij ons op de boot een oestertje verorberd en bij een roodkleurende zon wordt onder Vlieland uiteindelijk het anker uitgegooid. Iedereen zit weer een tijdje in zijn eigen wereldje, kookt, eet, doet de afwas totdat een klein bootje pirouettes begint te draaien op het water. Admiraal Fred als taxichauffeur in strijd met zijn weerbarstige buitenboordmotor haalt na veel moeite iedereen op van zijn/haar boot voor een gezamenlijk ankerbiertje en palaver op zijn schip. Met z’n 12en in de kuip krijgen we allemaal nog een rondje van zijn drankorgel. Een verzameling van bittertje en likeurtjes van alle havenstadjes die Fred heeft aangedaan. Een waar orgelconcert waar het goed op slapen is…
We merken niets van het droogvallen in de nacht. Niet zo ons ding, maar het is weer vroeg op… met Fred zijn bijboot gauw naar de kant voor een rondje met de hond en snel een kop koffie. Iedereen is alweer vaarklaar, wij wrijven ons nog het slaapzand uit de ogen. Het is maar goed dat er een vlootkapitein is want als het aan ons had gelegen waren we pas bij het volgende hoge water vertrokken. Het is nog een best stuk terug naar Kornwerderzand. De snelle route van de vorige keer is nu niet bevaarbaar. We zullen om moeten en de diepere geulen volgen. Een flinke slinger via Harlingen. De volgende keer toch maar eens in het vooronder duiken om te kijken wat er in de zeilzakken zit. We raken steeds verder achterop. Ik weet zeker dat ik met laag water de romp heb geboend. Het lijkt wel alsof we de baard van Neptunus aan onze boot hebben hangen. Zou een paar m2 extra zeil zoveel uitmaken? Onderweg wordt er nog een bruinvis gespot. Althans, dat moeten we dan maar geloven. Bewijs ontbreekt…. Wij denken er ook één te zien maar als we dichterbij komen weten we genoeg. Pfffff wat een lucht. Een dode zeehond. Zouden de andere wel goed gekeken hebben?
Na de bocht bij Harlingen varen we voor het lapje in een heerlijk tempo richting Kornwerd. Eenmaal weer op het zoet gaat ieder zijnsweegs. In klein comité varen er een aantal nog een tijdje in dezelfde richting. Een heerlijk weekend ten einde. Dit smaakt naar meer! Volgende keer weer?
Bedankt Fred voor de geweldige begeleiding en het initiatief! Wij gaan de volgende keer graag weer mee.
Femke, Eelco, Diede en Dabber op boot Twirre